Bij een semi-klassikale training verschuift de verhouding klassikale instructie en zelf studeren/oefenen naar circa 50% / 50%. 

Als de groep vrij gemengd is qua affiniteit en voorkennis, biedt deze vorm voordelen omdat de onderwerpen waarvan de docente de belangrijkste punten eerst klassikaal heeft uitgelegd, individueel in eigen tempo nagelezen en uitgeprobeerd / geoefend worden. Dus hier kan meer rekening met het individuele tempo gehouden kan worden, terwijl de samenvattende klassikale uitleg door de cursisten als zeer aangenaam ondervonden wordt. Wel is dan per cursist een eigen lesboek nodig.